Bagage mag op motorfietsen worden achtergelaten zolang deze is opgeborgen in de zadeltassen of motorkoffers die aan de motorfiets zijn bevestigd. Extra bagage kan op de motorfiets blijven zitten als de bagage een stevig, compact geheel vormt, de bagagestukken stevig met de motorfiets zijn verbonden, er gebruik wordt gemaakt van spanbanden (geen rubberen spinnen of rubberen touwen) voor het vastsjorren, er geen ankerpunten nodig zijn voor het vastsjorren afgedekt, de bagage is één De voertuigtrein rijdt met een snelheid van 160 km/uur en is bestand tegen extra zijwindstoten, en de bagage is bestand tegen vervoer tegen de rijrichting over het gehele traject of op gedeelten van het traject (achteruit vervoer). Losse bagagestukken (bijvoorbeeld potten) moeten in ieder geval door de motorrijder worden verwijderd en meegenomen in de trein. Dit geldt ook voor bagagestukken die de voor het transport noodzakelijke ankerpunten afdekken. Vanwege de beperkte ruimte op de voertuigtransportwagen moeten deze bagagestukken altijd van de motorfiets worden verwijderd voordat ze op de voertuigtransportwagen worden geladen. Tijdens de treinreis mogen motorhelmen niet op de motor blijven zitten.